Zeeuwse bolus...

Het is 's morgen 9.00 uur wanneer de telefoon gaat. Een begeleidster vraagt onze hulp voor de verzorging van een bewoner die bij haar in huis is overleden. De arts heeft inmiddels het overlijden vastgesteld, de familie is op de hoogte gesteld. Zij wonen niet in de buurt en komen straks ook naar de woning.

Ik bel een collega en samen rijden we naar de woning. Vriendelijk worden we begroet en begeleidt naar de kamer van de jonge man. Hier ligt hij vredig in bed, omringd door allerlei spulletjes die hem illusteren. We krijgen kleding overhandigd en samen met de begeleiders verzorgen we meneer.

De begeleiders verzorgen meneer liefdevol, zoals hij ook bij leven liefdevol door hen is verzorgd. Langzaam komen ook zijn levensverhalen ter sprake. Zijn familie, zijn vriendin, zijn mooie herinneringen. De uitleg over de spulletjes op zijn kamer. Aan alles zit een betekenis en dat geeft ons een goed beeld over hem.

Even later arriveert de familie, die al even zo vol herinneringen en verhalen zitten. Helaas kan zijn zus, waar hij zo'n goede band mee had, nu nog niet komen. Zij verblijft zelf in het ziekenhuis. We maken een afspraak met de dochter en schoonzoon van de zus om de uitvaart te bespreken en vast te leggen. Tijdens dit gesprek verloopt alles even soepel als rustig. Met iedereen wordt rekening gehouden en alle wensen kunnen worden ingewilligd.

Daags later spreken we opnieuw af. Nu om invulling te geven aan de uitvaartplechtigheid. De zus van meneer kan hier nu ook bij aanwezig zijn. Zij mocht het ziekenhuis verlaten, maar moet nog wel wat rustig aan. Ook de geestelijk verzorger is bij dit gesprek aanwezig. Zij probeert de levensverhalen te vertalen naar verhalen uit de bijbel. Doet suggesties voor rituelen en gebruiken die passen bij de gekozen woorden en wensen. Het wordt een mooi geheel, waar muziek, verhalen en foto's zich afwisselen.

De dag van de uitvaart verloopt zoals besproken. Er zijn veel mensen die hem 'gedag' komen zeggen. Hij wordt letterlijk op handen gedragen naar zijn laatste rustplaats, waar iedereen die van hem houdt hem kan bezoeken. Herinneringen kan ophalen. Verdrietig kan zijn.

Vlak voor het verlaten van de begraafplaats spreek ik met de zus af haar nog te bezoeken. "Maar ik woon helemaal in Zeeland", geeft ze aan. "Ik ben gek op Zeeland, dus kom graag een keer naar u toe. Kletsen we dan even verder".

Zo gezegd zo gedaan. We spreken op een ochtend af; "En kom je dan helemaal naar Zeeland", verdedigd ze mijn reis nog. Voor mij echt geen bezwaar, zelfs een kleine moeite. "Dan zorg ik voor een Zeeuwse lekkernij". 

Bij aankomst begroet de zus mij vriendelijk. Gastvrij opent ze de deur en vraagt ze: "Nu je in Zeeland bent lust je vast ook wel een kop koffie met een Zeeuwse bolus". Nu moest ik even schakelen. Jazeker lust ik die wel - ik wist ook dat ze iets lekkers ging halen -, maar vraag me gelijk af of dat wel zo verstandig is. Ik had mij enige tijd geleden al voorgenomen overdag alleen maar water te drinken en niets te eten bij families. Vooral om mijn gewicht beheersbaar te houden en ooit heb ik geleerd dat met volle mond praten niet netjes is. Maar ik kan nu echt geen nee zeggen. De Zeeuwse bolussen zijn speciaal voor mij gehaald.

"Ja graag lekker", zeg ik vervolgens. De koffie volgt, het schaaltje met servet en Zeeuwse bolus direct er achteraan. Mijn zwakke kant is geraakt. Wat is dit ongelooflijk lekker. Er ontstaat een zeer openhartig gesprek over vroeger. De leuke maar ook de minder leuke momenten. Over hoe het in het gezin ging met een broertje met een beperking. Over de belofte die ze haar moeder gedaan heeft om voor hem te zorgen, wanneer zij zou komen te overlijden. Over de combinatie van een eigen winkel en het verzorgen. Het is inspirerend, verdrietig en mooi tegelijk. Hapje voor hapje verdwijnt de Zeeuwse bolus niet alleen in mijn mond, maar ook in die van de zus.

Ik lik voorzichtig mijn plakkerige vingers af. Probeer ze droog te maken met het servet. Ineens zegt de zus: "Wil je anders even je handen wassen om de plak er af te krijgen?". Ze kan het verzorgen / zorgen toch niet laten. Ik voel gelijk haar liefde en aandacht die ze ook altijd aan haar gezin en broertje heeft gegeven.

Het was me de Zeeuwse bolus meer dan waard.

 

"Oh ja", zegt ze bij het verlaten. "Wil je af en toe even bij het graf kijken of het er nog netjes bij ligt. En mij echt bellen hoor als het een rommetje is, dan kom ik met de auto er naar toe". Ik beloof dat en bedenk me gelijk: ik woon om de hoek bij deze begraafplaats, dan laat ik een lieve vrouw uit Zeeland toch niet dat hele stuk rijden om een paar blaadjes en een beetje viezigheid te verwijderen van het graf. "Komt goed hoor", zeg ik tegen haar. Nu kan ik haar een beetje helpen en ontzorgen. Ik ben nog nooit met zo'n grote glimlach teruggereden uit Zeeland!